maandag 24 juni 2013

In het begin

Wat moeten we met de Joden?

In het begin is alles moeilijk. Dit was voor de eerste gemeente niet anders. Opeens staan ze er alleen voor. Ze moeten op eigen benen staan. De Heer die ze elke dag bij zich hadden is er niet meer. De apostelen hebben de opdracht gekregen om de wereld in te gaan en om het Goede Nieuws te verkondigen aan alle volkeren, te beginnen bij de verloren schapen van het Huis Israël. Vanaf het begin is er al veel weerstand tegen deze sekte, want zo werden ze in het begin gezien. Toch zetten ze door en ondanks de vervolging groeit de omvang van de eerste gelovigen. 


Sha'ul - Paulus

De eerste gemeente krijgt hulp vanuit een onverwachte hoek. Paulus, zijn werkelijke naam is (en bleef) Sha'ul, die zich inzette om de eerste gemeente te vervolgen heeft onderweg een ontmoeting gehad met de Heer. Sha'ul raakte zo diep onder de indruk van deze ontmoeting dat hij zich bekeerde van zijn levenswijze en zich inzette voor het Evangelie. Hij zou later bekend komen te staan als één van de bekendste apostelen. Hij was zeer goed onderwezen in het Judaïsme. Hij was een Farizeeër en naar de joodse wet onberispelijk. Deze Sha'ul heeft later in de kerkgeschiedenis voor behoorlijk wat hoofdpijn gezorgd voor de vroege kerkvaders die hem helaas te vaak verkeerd hebben begrepen. 

Wat moeten we met de heidenen?

De eerste jaren van de gemeente bestond deze uit uitsluitend joodse mensen. In Handelingen 10 lezen we over de bekering van Cornelius, de eerste gelovige uit de volkeren, die de Heilige Geest ontving. Vanaf deze periode is er een toename gekomen van niet-joden in de gemeente. In Handelingen 15 zien we het eerste concilie, gemeentevergadering, omtrent de heidenen. 

De centrale vraag is: "Wat moeten we met de heidenen"?

Kunnen we van de heidenen verwachten dat ze direct gaan leven zoals wij joden dat doen? Onder andere Paulus, Petrus, Johannes en Jacobus waren hierbij aanwezig. Uiteindelijk wordt besloten dat de heidenen die zich aansluiten zich in ieder geval dienen te onthouden van:
  1. offervlees dat bij de afgodendienst is gebruikt
  2. bloed
  3. vlees waar nog bloed in zit
  4. ontucht
Is dit alles? Is dit werkelijk alles waar de niet-jood zich van dient te onthouden? Hoe zit het dan met niet liegen, niet moorden, niet stelen etc.. 

Uiteraard is dit niet alles. Dit is het begin. Je kan niet direct van iemand verwachten die de God van Israël in zijn totaliteit niet kent dat deze zich in één keer aan alles kan houden. Daarom staat er ook in Handelingen 15 vermeld:

Handelingen 15:21
"In haast elke stad wordt de Thora van Mozes immers al sinds mensenheugenis verkondigd en op iedere sabbat in de synagogen voorgelezen."

Met andere woorden: de rest leren ze op sabbat, want daar wordt namelijk voorgelezen uit de Thora en zullen ze vanzelf leren wat God van mensen verwacht. 

De Thora kwijt

En dit is precies waar het de christenen vandaag de dag aan schort. Men is de Thora kwijt. De spiegel die ons leert hoe we eruit zien hebben we de kerk uitgedaan en we zijn zelf onze regels gaan maken. We leren afval, preken valse genade en laden schuld op schuld ons onszelf. We leren onze leden dat ze niets meer met de wet van Mozes hoeven te doen. We leren dat de wet immers aan het kruis is genageld, het is een vloek waar we van verlost zijn en waar we niet onder moeten komen. Als er toch gelovigen zijn die de wet van Mozes ontdekken dan noemen we die wettisch en willen ze het liefst weren uit onze samenkomsten. De gemeenten doen veel wat God verboden heeft. We vieren heidense feesten (kerst, pasen) en hebben Gods Feesten de kerk uit gegooid. We eten ons vol aan varkensvlees en andere onreine dieren en schotelen dit onze gemeenteleden voor. We leren hen dat de wet heeft afgedaan.

Jezus' eigen woorden

Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn. 

Wie dus ook maar een van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. 

Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan. Want ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan.

Schaamte

Het zijn Jezus' eigen woorden die ons aanklagen. Het zijn Jezus' eigen woorden die de leiders van de gemeenten en kerken aanklagen. Gelukkig, gelukkig maar zijn het Zijn woorden en niet de mijne. Maar laten we ons diep schamen dat ze zo slordig zijn omgegaan met Zijn Woorden.
Laten we ons ook diep schamen voor de manier waarop we als kerk zijn omgegaan met Zijn volk. Waar de centrale vraag in het eerste concilie nog ging omtrent de heidenen, is dit in het tweede concilie omgedraaid. Wat moeten we met de Joden? Wat moeten we met die rare gebruiken, die rare feesten? Weg ermee, uit de kerk ermee. En toen is de ellende begonnen.

©SlaapKerkjeSlaap

Geen opmerkingen:

Een reactie posten