woensdag 18 december 2013

Kerst?

Galaten 4:8-11
Maar in de tijd, dat gij God niet kendet, hebt gij goden gediend, die het in wezen niet zijn. Nu gij echter God hebt leren kennen, ja, meer nog, door God gekend zijt, hoe kunt gij thans terugkeren tot die zwakke en armelijke wereldgeesten, waaraan gij u weder van meet aan dienstbaar wilt maken? Dagen, maanden, vaste tijden en jaren neemt gij waar. Ik vrees, dat ik mij wellicht tevergeefs voor u ingespannen heb.

Bovenstaande tekst wordt vaak aangehaald dat christenen niets meer moeten doen met de joodse feesten. Het wordt vaak uitgelegd dat als je terugkeert naar deze feesten de genade aan je voorbij gaat en je het verwacht van de wet. Als je vluchtig wenst te lezen, dan kan ik me voorstellen dat je dit erin kan lezen. Zeker wanneer je opgevoed bent vanuit de christelijke traditie.

Is dit wat Paulus bedoeld?

Maar is dit werkelijk waar Paulus over schrijft? Waarschijnlijk niet, anders zou ik deze vraag niet stellen. Aan wie schrijft Paulus? Paulus schrijft aan de gelovigen in Galaten. Paulus schrijft dit gedeelte om een fout te herstellen die er bij de Galaten in is geslopen. De Galaten zijn (voor het grootste gedeelte) heidenen die tot geloof gekomen zijn in de God van Israël en de Messias Jesjoea.

Er dient zich nu een probleem aan. Vanuit de oude gewoonte waren de Galaten gewend om bepaalde heidense dagen in acht te nemen. Deze dagen hadden ze afgelegd toen ze tot geloof in Jesjoea waren gekomen. Maar nu keren ze er weer naar terug. Paulus verbaasd zich hierover en spreekt zijn verbazing ook glashelder uit. “Hoe kunt u nu terugkeren naar de heidense dagen? Hoe is het mogelijk. Heb ik me voor niets ingespannen voor jullie?"

Paulus spreekt niet over Gods Feesten (Lev. 23)

Een ding mag zeker zijn. Paulus spreekt hier geenszins over Gods Feesten. Vanuit meerdere punten is dit niet mogelijk. Ten eerste hebben deze Galaten Gods Feesten tijdens hun heidense periode nooit gevierd, en derhalve is het dan ook niet mogelijk om daar naar terug te keren. Ten tweede weten we dat Paulus zelf Gods Feesten zorgvuldig onderhield. Het Nieuwe Testament maakt in ieder geval melding dat hij de Sabbat, Pesach en Ongezuurde Broden, Pinksteren en Grote Verzoendag vierde.

Dit brengt ons dan ook op het volgende punt. Vandaag de dag hebben we allerlei middelen tot onze beschikking om de Bijbel en de kerkgeschiedenis te onderzoeken. Door al deze middelen komen we er steeds meer achter dat de Kerk verschillende zaken heeft veranderd. De Kerk heeft Gods Feesten losgelaten en zich ingelaten met een heidense feesten en deze overgoten met een dikke laag christelijke saus. Denk bijvoorbeeld aan het kerstfeest dat weer voor de deur staat. Ik heb zelf een ongelofelijke hekel aan zuurkool. Als ik hier veel saus overheen gooi dan zou ik dit goedje best kunnen binnenhouden, maar hoe ik het ook wend of keer, het is en blijft zuurkool. Niet te eten! De saus leidt mij alleen maar af van de smaak.

Kerst is van oorsprong geen christelijk feest

Ik begrijp dat dit een gevoelig onderwerp is. Maar kerst is geen christelijk feest. De eerste gemeente vierde dit feest niet. Het feest is pas in de vierde eeuw doorgedrongen en werd toen pas voor het eerst gevierd. De eerste driehonderd jaar van de kerkgeschiedenis is kerst geen onderdeel geweest van het kerkelijk jaar. Er werd sowieso geen aandacht besteed aan verjaardagen. Het was de dood en opstanding die men gedacht, precies zoals Jesjoea hen opdroeg. Over zijn geboortefeest heeft hij niets gezegd. Nu, 1700 jaar later, is het niet meer weg te denken uit de kerk.

Kerst verdedigen is zinloos

Met hand en tand proberen christenen dit te verdedigen. Het is toch goed dat we de geboorte van onze verlosser vieren! Het geeft ons een prachtige kans om over Hem getuigen! En nog veel meer mooi klinkende argumenten. Maar het zijn geen steekhoudende argumenten. God heeft ons zelf Feesten gegeven om alles te gedenken. In Zijn Feesten zit het hele heilsplan met de mensheid in verwerkt. Van Schepping, tot Verlossing, tot Nieuwe Hemel en Aarde.

Terug naar de vraag van Paulus


De vraag is vandaag de dag niet meer dezelfde die Paulus stelde. Hij vroeg: “Hoe kunt u nu terugkeren naar de heidense dagen?” Nee, de vraag die vandaag de dag geldt is: “Hoe lang blijft u nog doorgaan met het vieren van deze feesten?”

dinsdag 8 oktober 2013

Doe niet wat God zegt!

Luister vooral niet naar God!

Bijna iedere gelovige neemt Gods Woord serieus. Zijn Woord bevat ervaringen, verhalen, geschiedenis, wetgeving, onderwijzing, liederen, poëzie en ga zo maar door. Het is een boek dat een beeld geeft van wie God is. Het gaat over het begin van de wereld en eindigt met het einde van de wereld. Het gaat over een volk, Israel. Het laat Gods grote liefde zien voor mensen. Hij wil niets liever dan dat ieder mens in Hem gelooft en Hij verlangt naar relaties met deze mensen.

Bij iedere relatie horen omgangsregels. Als ik mij niet houd aan de regels van mijn werkgever, dan heb ik een probleem. Houd ik mijn niet aan de omgangsregels binnen het huwelijk met mijn vrouw, dan heb ik waarschijnlijk een nog veel groter probleem. Overal zijn regels, in het verkeer, in winkels, in openbare ruimten, overal. En over het algemeen vinden we dat prima. 

Gods regels

Over het algemeen wel. Maar niet wanneer het gaat over Gods regels. Het meest vreemde hierbij is dat wanneer je je als gelovige wilt houden aan de regels van God, je op aardig wat weerstand  en onbegrip stuit. Vooral uit de hoek van gelovige mensen. Je eigen broeders en zusters. Dit is waar ik al jaren tegen aan loop in de kerk en 'christelijk' Nederland. 

Per toeval stuitte ik gisteren op de volgende tekst uit Ezechiël:

Ezechiël 5:7
Daarom zeg ik, God, de Heer, tegen hen: Jullie zijn opstandiger nog dan de volken om je heen. Aan mijn wetten en voorschriften houden jullie je niet, maar wel aan die van andere volken.

Ik moest hierbij direct denken aan de kerk. We zijn in de kerk zo druk bezig met van alles nog wat. Druk aan het rennen van bidstond naar kring naar bijbelstudie etc. Onze voorgangers zijn ook druk met het regelen van pastoraat, gastspreker en voorbereiden van eigen preken. Deze laatste zijn helaas vaak ver onder niveau zonder enige theologische onderbouwing, met name binnen de pinksterbeweging. Ze modderen maar wat aan, trekken een paar bijbelteksten uit hun verband en proberen alles te vergeestelijken. Zelfs de vreemdste zaken proberen ze nog een geestelijke betekenis te geven. Israël heeft (als je geluk hebt) niet afgedaan, maar alles wat over Israel geschreven staat kunnen we direct op onszelf toepassen. Het maakt ze niets uit dat ze Gods woord verkracht! hebben. Uitgehold! We hebben ZIJN! Feesten de kerk uitgeflikkerd en hebben de feesten van de volken om ons heen geadopteerd en ze overgoten met een flinke dosis christelijke saus. Mijn vrouw houdt totaal niet van spruitjes. Het maakt dan ook niet uit hoeveel lekkere saus ik er ook overheen gooi, het blijven spruitjes.

1 Kor. 10:6
Die gebeurtenissen zijn een voorbeeld voor ons, een waarschuwing dat we niet naar het kwade moeten verlangen, zoals zij.

Van Sha'ul (Paulus) hebben we een belangrijke les gekregen. De geschiedenis van het volk Israël is voor ons een voorbeeld, een waarschuwend voorbeeld. Als ik naar de kerk kijk, dan heeft zij deze waarschuwing in de wind geslagen. Spreek ik hierover met voorgangers, dan interesseert het ze niets en komen we met de geijkte verklaringen. Vaak weten ze het wel, maar kiezen ze toch anders. Want tja, dan zou wel eens kunnen betekenen dat ze hele kerk leeg loopt. 

De kerk volgt niet meer de Wetten van God, viert niet meer de Feesten van God. Nee, niet van God, maar wel van die van andere volken. Maar o wee, als je je aan de Wetten van God wilt houden, dan ben je ineens verkeerd bezig. Dan begeef je je op afgrond en wil je het zelf gaan verdienen en kan de genade je niet meer redden. Pfffff, de omgekeerde wereld.....

©SlaapKerkjeSlaap

woensdag 7 augustus 2013

Pasen, een slecht kopie

"Waarom zou ik Pesach vieren, wij hebben toch pasen".


Gesprek met mijn schoonvader

Een tijd geleden zaten we eens met mijn schoonouders in een restaurant. Op enig moment kwam Pesach ter sprake. Mijn schoonouders zijn gelovige mensen, die (helaas) kerst en pasen vieren. Wij als gezin doen daar niet aan mee, hoe moeilijk dit ook is voor mijn schoonouders soms. Hier zijn vanaf het begin erg duidelijk over geweest. Wij vieren geen heidense feesten! Tijdens ons gesprek kwamen we erop dat hij vond dat pasen een kopie was van Pesach. Ik beaamde dat enigszins en zei dat het dan wel een behoorlijk slechte kopie is. Ik legde hem het volgende beeld voor:

Het origineel op zolder

Er is een man die in zijn woonkamer een prachtig schilderij heeft hangen. Elke keer als hij het ziet geniet hij er enorm van. Hij is er ontzettend zuinig op en het betekent heel erg veel voor hem. Maar hoe mooi het schilderij ook is, het is niet helemaal scherp. Het is een beetje dof en als je dichterbij komt dan zie je dat het niet erg gedetailleerd is. Op een dag besluit deze man zijn zolder op te ruimen. In een oude kist die van zijn opa is geweest treft hij het origineel van dit schilderij aan. En dit origineel is nog 100 keer mooier, dan het exemplaar dat hij in de woonkamer heeft hangen. De kleuren zijn veel sprekender, de details zijn veel beter zichtbaar en het is in werkelijk schitterende staat. Er staan zaken op die zijn weggevallen op de kopie. De man is ontroerd door de schoonheid, stopt het terug in de kist en besluit om het daar te laten liggen.

Ik vertelde mijn schoonvader dat hij is zoals deze man. Al jaren heeft hij pasen gevierd, maar op een dag heeft hij ontdekt dat Pesach het origineel is. Hij ontdekte dat Jesjoea zelf het Pesachlam is en dat de eerste gemeente Pesach vierde. Er zit veel meer symboliek en diepgang in Pesach dan in pasen. En toen hij dit had ontdekt, heeft hij er niets mee gedaan en is hij terug gekeerd om pasen te blijven vieren. 

Hij wist niet goed wat hij moest zeggen, maar ik kon in zijn ogen zien dat hij vond dat ik gelijk had. Maar of hij het ooit gaat veranderen? Zal hij ooit het lef hebben om het origineel van zijn zolder te halen en dat lelijke kopie weg te knikkeren? Ik betwijfel het. Net zoals ik betwijfel dat veel christenen Pesach gaan vieren in plaats van pasen. Waarom? Men houdt nu eenmaal alles graag bij het oude. Er zijn maar weinig mensen die radicaal het Woord willen volgen en durven te breken met hun (heidense) tradities. 

Jammer, heel jammer. Maar eens zullen ze Gods Feesten vieren, of ze nu willen of niet:

Zach. 14:16
Het zal geschieden dat al de overgeblevenen van alle heidenvolken die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, van jaar tot jaar zullen opgaan om zich neer te buigen voor de Koning, de HEERE van de legermachten, en om het Loofhuttenfeest te vieren.

Chag Sameach (Fijn Feest)

©SlaapKerkjeSlaap

maandag 15 juli 2013

Weet je het zeker?

Doen wat Jezus zegt

Als je iemand die in Jezus gelooft vraagt of hij Jezus zou gehoorzamen, dan zul je niet vaak mensen tegenkomen die dit ontkennen. "Natuurlijk wil ik doen wat Jezus zegt", is het antwoord dat je dan vaak hoort. Maar is dat ook werkelijk zo?

Een tijd geleden mocht ik preken in een evangelische gemeente. Ik heb daar gepreekt over eerste gemeente. Een gemeente die Joods was, de sabbat onderhield, de Feesten vierde en alleen de reine at. Tijdens de aanbidding zong de vrouw van de voorganger een prachtig lied over 'doen wat Jezus zegt'. Dit sloot uiteraard perfect aan bij mijn prediking, maar aan haar blik te zien was dit nou niet helemaal wat zij daar mee bedoelde. 

Jezus zegt:


Mat. 5:17-21
Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen.
Want, voorwaar, Ik zeg u:  Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is.
Wie dan een van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo onderwijst, zal de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onderwijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen.
Want Ik zeg u: Als uw gerechtigheid niet overvloediger is dan die van de schriftgeleerden en de Farizeeën, zult u het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnengaan.

Denk nou niet ik gekomen om de Thora of de Profeten af te schaffen, want Ik ben niet gekomen om deze af te schaffen, maar ze haar ware betekenis te geven (vervullen). En om te laten zien dat hij dit echt bedoelt, legt Hij ook dat de geboden niet afgeschaft mogen worden en dat je de mensen de geboden van God dient te leren. En dit is toch echt anders dan ons al die jaren is geleerd door onze voorgangers.

Het Hebreeuwse woord Thora, letterlijk “onderwijzing”, wordt zowel in de Septuaginta als in het Nieuwe Testament vertaald met het Griekse woord Nomos, dat wet betekent. Het Grieks heeft een directere en grotere invloed gehad dan het Hebreeuws op de meeste moderne talen en daarom wordt er in de meeste talen gesproken over de Wet van Mozes in plaats van de onderwijzing van Mozes. Dit is ook deels de reden dat de Thora door de christenen gezien wordt als een wetboek. In het Judaïsme kan Thora het volgende betekenen:
  • Chumash (de Pentateuch, de vijf boeken van Mozes);
  • Bovenstaand plus de Profeten en de Geschriften (de Tanach);
  • Bovenstaand plus de mondelinge Thora (Talmoed en andere geschriften);
  • Bovenstaand plus alle religieuze instructies van de rabbijnen.

In het gedeelte van Mattheus slaat het op de eerste vijf boeken van Mozes. We kunnen dit afleiden uit het feit dat de Profeten er apart bij worden genoemd. 

Het Griekse woord voor compleet maken is “plerosai”, letterlijk vullen. De meeste vertalingen geven het weer als “vervullen”. Het is waar dat Jezus de Thora perfect onderhield en de voorspellingen van de profeten heeft vervuld, maar dat is niet het punt hier. Jezus kwam niet om af te schaffen maar om ‘compleet te maken’. Om de juiste uitleg te geven aan de bedoeling van de Thora en de Profeten. 

De verzen 18-20 verwoorden drie manieren waarop de Thora en de Profeten noodzakelijk blijven, van toepassing en van kracht zijn. De rest van hoofdstuk 5 geeft zes specifieke situaties waarin Jezus de vollere betekenis van de Thora uitlegt. Jezus brengt zijn leerlingen volledige begrip bij met betrekking tot de strekking van Thora en de profeten, zodat ze ten diepste kunnen beleven waar het om draait om Gods volk te zijn. 

En de kerk zegt...

Je raad het al. De kerk zegt dat vervullen betekent dat het niet meer hoeft, dat het klaar is. Hiermee gaan ze dus regelrecht in tegen de waarschuwen die Jezus zelf geeft:

Wie dan een van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo onderwijst, zal de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onderwijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen.

Dus weet je zeker dat je Jezus wil gehoorzamen? Of vind je die comfortabele kerkbank wel lekker zitten? Eén troost, ook al doe je het niet, je zal genoemd worden in het Koninkrijk der Hemelen, al is het klein.

Sjaloom!

©SlaapKerkjeSlaap

zondag 7 juli 2013

Gelukkig zijn het Joodse Feesten...

Gelukkig zijn het Joodse Feesten, want dat betekent dat ik als christen er niets mee hoef te doen. Dat is de algemene gedachtegang van veel christenen. Door dit te denken creëer je voor jezelf een veilige afstand. Het maakt dat je er kennis van kunt nemen, zonder er iets mee te doen.


Gods Feesten

Zijn het wel exclusief Joodse Feesten? Als we de Bijbel zelf lezen dan zegt God er het volgende over: 

Lev. 23:2
Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: De feestdagen van de HEERE, die u moet uitroepen, zijn heilige samenkomsten. Dit zijn Mijn feestdagen:


En vervolgens treffen we daar Zijn Feesten aan. God geeft door Mozes Zijn Feesten door aan het Joodse volk en zegt er expliciet bij dat het ZIJN Feesten zijn. Ze zijn van God. Het zijn dus geen Joodse Feesten, het zijn zelfs geen Bijbelse Feesten, nee, het zijn Gods eigen Feesten. 


Daar sta je dan...

Tja, daar sta je dan als christen. Wat nu? Wegwuiven? Wegtheologiseren?  Je zou kunnen zeggen dat we Gods Feesten wel vieren, maar dat ze gewijzigd zijn. Pasen wordt immers nog gevierd en dit stamt van Pesach af en pinksteren heeft toch haar wortels in het 'Wekenfeest'. Maar waar blijven dan de rest van Gods Feesten. 


Uitnodiging

Stel je voor dat je kinderen hebt en je voor één van je kinderen een kinderfeestje organiseert omdat hij jarig is. Je doet je best om van alles te organiseren. Je doet de inkopen, regelt een leuk uitje enz. Je hebt de uitnodigingen verstuurd en iedereen uitgenodigd die je kent. Op de dag dat het zover is blijft het stil. Niemand komt opdagen. Daar zit je dan, alleen met je taartje en je glas cola.
De volgende dag staat ineens iedereen bij je voor de deur. Ze hadden geen zin om gisteren te komen, maar hebben besloten om een dag later te komen. Je kind is natuurlijk helemaal blij met alle aandacht en alle cadeautjes, maar het is niet hetzelfde. Grote kans dat alles wat je had georganiseerd niet meer zo uit de verf komt, dan wanneer ze gisteren waren gekomen. De taart was al weg, de cola op en het uitje kon niet meer doorgaan. 

En zo is het ook een beetje bij de kerk. God heeft Feesten georganiseerd en iedereen is uitgenodigd. Alleen het grootste gedeelte van de gelovigen bepalen zelf wel wanneer ze komen. God heeft de Sabbat ingesteld en aan deze dag een zegen meegegeven. De gelovigen echter komen een dag later, op zondag. Is God hier dan niet blij mee? Absoluut wel. God vindt het heerlijk wanneer mensen samen komen tot Zijn eer. Hij kan daar intens van genieten. Maar God heeft één dag daar bijzonder geschikt voor gemaakt en deze geheiligd. Alleen dan zijn de meeste gelovigen te druk om hier gehoor aan te geven.

Terug naar God

Wees eens heel eerlijk naar jezelf. Als God zegt dat het Zijn Feesten zijn, wat betekent dit dan voor jou? Heb jij dan het recht om dit zomaar te negeren? God nodigt ons uit voor Zijn Feesten en deze uitnodiging vind je in Leviticus 23.

Je bent van harte uitgenodigd! 

©SlaapKerkjeSlaap

zaterdag 29 juni 2013

De dwaasheid van menselijke bepalingen

Dit is het opschrift dat boven Kolossenzen 2:16-23 staat. En direct daarna staat:

Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten.

Voor de gemiddelde christelijke lezer is het nu duidelijk. Zie je wel, we hoeven niets met die rare feesten, nieuwe maan, sabbat en voedselwetten. Paulus leert het ons hier zelf. 


Menselijke instellingen

Maar dat is niet waar Paulus op doelt. Hij zegt namelijk zelf in vers 22:

ze zijn ingevoerd volgens de geboden en leringen van de mensen.

Hiermee kan hij onmogelijk doelen op de instelling van de Sabbat, de Feesten, de voedselwetten en nieuwe maan. Deze zaken zijn immers ingesteld door de Schepper zelf, en daar is niets menselijks aan. Let ook op het woord "inzake" in vers 16. Paulus doelt hiermee op de invulling daarvan. Laat niemand je dus oordelen op welke wijze jij de Sabbat, nieuwe maan, de Feesten etc. invult. Hij gaat er vanuit dat ze onderhouden worden, Paulus hield zich namelijk zelf aan de Sabbat, Feesten en voedselwetten. 

Schaduw van de Messias

Deze zaken zijn een schaduw van de toekomstige dingen, maar het lichaam is van de Messias.

En dit is precies wat de Feesten van God zijn. Zij zijn een schaduw van de werkelijkheid. In de Feesten zien we namelijk Gods reddingsplan voor de mensheid van Schepping tot Nieuwe Hemel en Nieuwe Aarde. In de Feesten zit Gods plan verwerkt en door het ontdekken van deze Feesten krijgen we een beter zicht op de werkelijkheid, een beter zicht op de Messias. 

De schaduw in de Feesten

Wat zit er dan in de Feesten opgesloten? Welk plan is dit? Ik zal beknopt een weergave geven wat de Feesten voorstellen. Wellicht dat ik daar in een toekomstige blog dieper op in ga.

Sabbat

De Sabbat is onlosmakelijk verbonden aan de Schepping. De Sabbat is de 7e dag. Het is de dag die God gezegend heeft en apart gezet heeft om uit te rusten.

Pesach

Pesach is het Feest van de verlossing. Van de uittocht uit Egypte, de redding door het Pesachlam. Zo is de Messias Jesjoea ons Pesachlam die ons redt uit ons zondige bestaan, uit ons geestelijk Egypte.

Ongezuurde broden

Direct op Pesach volgt ongezuurde broden, de week van de Matzes. Het brood van de smarten om je te herinneren dat je met haast bent uitgetrokken uit Egypte en op weg bent naar het beloofde land. Het is brood zonder gist. Uit de woorden van Jesjoea weten we dat Hij de link legde tussen gist en zonde. Het ongezuurd zijn, dat is de status waarin we zouden moeten wandelen. De zonde uit ons leven weg doen.

Pinksteren - Sjavoe'ot

50 dagen na de uittocht ontvangt Gods volk de Tien Woorden, Gods Thora. Het is deze Thora die op de 'eerste' pinksterdag in Handelen op ons hart wordt geschreven door de heilige Geest. Geen nieuwe Wet, maar Gods Wet wordt in ons hart geschreven en de Geest zal ons leiden om deze Wet in de praktijk te brengen.

Bazuinendag - dag van de Sjofar

Op deze dag wordt de sjofar geblazen. De sjofar kondigt iets aan. Het is deze dag bij uitstek dat de Messias Jesjoea zal terugkeren. In Openbaring lezen we dat de Engelen op de sjofar zullen blazen als Hij komt. 

Grote Verzoendag

In Leviticus lezen we over deze dag dat er verzoening wordt gedaan voor het gehele volk door een bokje te nemen en deze te slachten. Het is de meest Heilige dag van het jaar. Een dag van vasten, het geheel onthouden van eten en drinken. Het is deze dag dat Jesjoea de aloude Slang, de tegenstander, zal laten opsluiten in de afgrond en daar bijna 1000 jaar lang gevangen zal houden.

Loofhuttenfeest

Het Loofhuttenfeest is de voorafschaduwing van het 1000 jarige vrederijk. Tijdens dit rijk zal de Messias Jesjoea zelf Koning zijn over heel de wereld en regeren vanuit Jeruzalem. Heel de wereld zal naar Jeruzalem komen om zich voor Hem neer te buigen en dit Feest mee vieren. Aan het eind van dit 1000 jarige rijk zal de tegenstander voor een korte tijd worden losgelaten, waarna er nog 1 oorlog komt. En als de tegenstander dan voorgoed verlagen is, is het tijd voor het volgende Feest.

De 8e dag

Aan het eind van het Loofhuttenfeest vinden we nog een slotdag. De 8e dag. De dag waarop de Nieuwe Hemel en Nieuwe Aarde werkelijkheid zal worden en waarin God zelf bij ons zal zijn. 

Menselijke instellingen?

Pas dus op wanneer je stelt dat Gods zaken menselijke instellingen zijn. Gods Feesten zitten vol met schaduwen. De kerkelijke feesten helaas niet, dit zijn de werkelijke menselijke instellingen. God heeft namelijk het 'christelijk' pasen en kerst niet ingesteld. Dit hebben mensen gedaan. Dit zijn de zaken waarvan Paulus terecht zegt in vers 23:

Deze dingen hebben wel een schijnreden van wijsheid, door eigenwillige godsdienst en nederigheid, en verachting van het lichaam, maar ze zijn zonder enige waarde en dienen tot verzadiging van het vlees.

©SlaapKerkjeSlaap

vrijdag 28 juni 2013

Het kleed van Petrus

Slacht en eet

God heeft aan Petrus laten zien dat we voortaan ook de onreine dieren kunnen eten. Dit is wat ik christenen hoor roepen als het gaat om onreine dieren. Maar is dat inderdaad wat God aan Petrus leerde? Is het inderdaad zo dat de onreine dieren nu ook rein zijn. Laten we deze teksten eens goed bekijken.

Petrus naar de heidenen

In Caesarea woont een centurio, een heiden, Cornelius genaamd. Hij vereerde God en was een vroom man. In een visioen krijgt hij de opdracht om een paar van zijn mannen naar Joppe te sturen om daar Petrus te halen. De volgende dag is Petrus op het dak om te bidden. Hij kreeg honger en in een visioen ziet hij een groot linnen kleed. En op dat kleed stonden alle lopende en kruipende dieren van de aarde en alle vogels van hemel. Er staan zowel onreine als reine dieren op. En Petrus hoort een stem zeggen "Slacht en eet". Petrus antwoord: "Beslist niet Heere, want ik heb nooit iets gegeten dat onheilig of onrein is." En de stem zei: "Wat God gereinigd heeft, mag u niet voor onheilig houden."

Onheilig - onrein

En dit is precies waar de christenen de mist in gaan. Ze lezen niet goed en kennen de context onvoldoende. Op het kleed stonden allerlei dieren. Petrus had met gemak een kalf, geit of een duif kunnen pakken, slachten en eten. Maar waarom deed hij dat niet?
Let op het onderscheid dat Petrus maakt. Hij gebruikt onheilig en onrein. Dat Petrus nog nooit iets gegeten heeft dat onrein is, is niet zo moeilijk voor te stellen. Maar wat is onheilig? En waarom zegt God "wat ik gereinigd hebt, mag u niet voor onheilig houden"? Heeft God de onreine dieren rein verklaard? Nee! Dus daar kan het niet mee te maken hebben. Het moet dus iets te maken hebben met de reine dieren.

De Joden maken scheiding. Scheiding tussen rein en onrein, scheiden tussen melk en vlees, tussen Jood en niet-jood, tussen verschillende stoffen etc. Petrus was hier in opgegroeid en God moest Petrus vrij maken van het idee dat de niet-joden onheilig waren. Een Jood wordt niet onheilig als hij bij een heiden binnen komt. De reine dieren worden niet onheilig als ze in aanraking komen met onreine dieren. Dat is de betekenis van het visioen en dit ook de uitleg die Petrus er zelf aan geeft.

Petrus uitleg van de betekenis


Hand. 10:28

En hij zei tegen hen: U weet dat het een Joodse man niet toegestaan is om met iemand van een ander volk om te gaan of bij hem binnen te gaan; maar God heeft mij laten zien dat ik geen mens onheilig of onrein mag noemen.

Petrus laat ons zien dat de bedoeling van het visioen is dat God hem heeft laten zien dat hij de heidenen niet als onheilig of onrein mag beschouwen. Deze scheidsmuur is door Messias weggevallen en zij zijn aangenomen door God. De redding is er voor alle volken. Het visioen leert ons in ieder geval niet dat onreine dieren nu gegeten mogen worden.

Laten we als christenen onze onreine gewoonten afleggen. Onreine dieren zijn niet om te eten. De eerste gemeente begreep dit heel goed en nergens in het Nieuwe Testament lezen we dan ook dat onreine dieren nu rein zijn. Er zijn teksten die dit lijken te suggereren, maar bij nadere bestudering is dit allerminst het geval. 

©SlaapKerkjeSlaap

maandag 24 juni 2013

In het begin

Wat moeten we met de Joden?

In het begin is alles moeilijk. Dit was voor de eerste gemeente niet anders. Opeens staan ze er alleen voor. Ze moeten op eigen benen staan. De Heer die ze elke dag bij zich hadden is er niet meer. De apostelen hebben de opdracht gekregen om de wereld in te gaan en om het Goede Nieuws te verkondigen aan alle volkeren, te beginnen bij de verloren schapen van het Huis Israël. Vanaf het begin is er al veel weerstand tegen deze sekte, want zo werden ze in het begin gezien. Toch zetten ze door en ondanks de vervolging groeit de omvang van de eerste gelovigen. 


Sha'ul - Paulus

De eerste gemeente krijgt hulp vanuit een onverwachte hoek. Paulus, zijn werkelijke naam is (en bleef) Sha'ul, die zich inzette om de eerste gemeente te vervolgen heeft onderweg een ontmoeting gehad met de Heer. Sha'ul raakte zo diep onder de indruk van deze ontmoeting dat hij zich bekeerde van zijn levenswijze en zich inzette voor het Evangelie. Hij zou later bekend komen te staan als één van de bekendste apostelen. Hij was zeer goed onderwezen in het Judaïsme. Hij was een Farizeeër en naar de joodse wet onberispelijk. Deze Sha'ul heeft later in de kerkgeschiedenis voor behoorlijk wat hoofdpijn gezorgd voor de vroege kerkvaders die hem helaas te vaak verkeerd hebben begrepen. 

Wat moeten we met de heidenen?

De eerste jaren van de gemeente bestond deze uit uitsluitend joodse mensen. In Handelingen 10 lezen we over de bekering van Cornelius, de eerste gelovige uit de volkeren, die de Heilige Geest ontving. Vanaf deze periode is er een toename gekomen van niet-joden in de gemeente. In Handelingen 15 zien we het eerste concilie, gemeentevergadering, omtrent de heidenen. 

De centrale vraag is: "Wat moeten we met de heidenen"?

Kunnen we van de heidenen verwachten dat ze direct gaan leven zoals wij joden dat doen? Onder andere Paulus, Petrus, Johannes en Jacobus waren hierbij aanwezig. Uiteindelijk wordt besloten dat de heidenen die zich aansluiten zich in ieder geval dienen te onthouden van:
  1. offervlees dat bij de afgodendienst is gebruikt
  2. bloed
  3. vlees waar nog bloed in zit
  4. ontucht
Is dit alles? Is dit werkelijk alles waar de niet-jood zich van dient te onthouden? Hoe zit het dan met niet liegen, niet moorden, niet stelen etc.. 

Uiteraard is dit niet alles. Dit is het begin. Je kan niet direct van iemand verwachten die de God van Israël in zijn totaliteit niet kent dat deze zich in één keer aan alles kan houden. Daarom staat er ook in Handelingen 15 vermeld:

Handelingen 15:21
"In haast elke stad wordt de Thora van Mozes immers al sinds mensenheugenis verkondigd en op iedere sabbat in de synagogen voorgelezen."

Met andere woorden: de rest leren ze op sabbat, want daar wordt namelijk voorgelezen uit de Thora en zullen ze vanzelf leren wat God van mensen verwacht. 

De Thora kwijt

En dit is precies waar het de christenen vandaag de dag aan schort. Men is de Thora kwijt. De spiegel die ons leert hoe we eruit zien hebben we de kerk uitgedaan en we zijn zelf onze regels gaan maken. We leren afval, preken valse genade en laden schuld op schuld ons onszelf. We leren onze leden dat ze niets meer met de wet van Mozes hoeven te doen. We leren dat de wet immers aan het kruis is genageld, het is een vloek waar we van verlost zijn en waar we niet onder moeten komen. Als er toch gelovigen zijn die de wet van Mozes ontdekken dan noemen we die wettisch en willen ze het liefst weren uit onze samenkomsten. De gemeenten doen veel wat God verboden heeft. We vieren heidense feesten (kerst, pasen) en hebben Gods Feesten de kerk uit gegooid. We eten ons vol aan varkensvlees en andere onreine dieren en schotelen dit onze gemeenteleden voor. We leren hen dat de wet heeft afgedaan.

Jezus' eigen woorden

Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn. 

Wie dus ook maar een van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. 

Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan. Want ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan.

Schaamte

Het zijn Jezus' eigen woorden die ons aanklagen. Het zijn Jezus' eigen woorden die de leiders van de gemeenten en kerken aanklagen. Gelukkig, gelukkig maar zijn het Zijn woorden en niet de mijne. Maar laten we ons diep schamen dat ze zo slordig zijn omgegaan met Zijn Woorden.
Laten we ons ook diep schamen voor de manier waarop we als kerk zijn omgegaan met Zijn volk. Waar de centrale vraag in het eerste concilie nog ging omtrent de heidenen, is dit in het tweede concilie omgedraaid. Wat moeten we met de Joden? Wat moeten we met die rare gebruiken, die rare feesten? Weg ermee, uit de kerk ermee. En toen is de ellende begonnen.

©SlaapKerkjeSlaap